‘Een leraar voor je neus, dat is geen vrije keus…’ zong Bart de Graaff (wie kent hem nog?) jaren geleden op de wijs van No Milk Today. Als kind is er niet aan te ontkomen, naar school gaan is een plicht. Leraar zijn, daarentegen, is wel een vrije keus. Echter niet één die door beide geslachten in gelijke aantallen wordt gemaakt. De man-vrouwverhouding in het basisschoolonderwijs raakt in Nederland steeds meer uit balans.
Momenteel is deze verhouding 1:7 in het voordeel van de dames. Al mag het woord ‘voordeel’ met een korrel zout worden genomen. Redenen voor deze scheefgroei zijn snel te vinden. Gebrek aan doorgroeimogelijkheden en vaste contracten, een matig salaris, weinig aanzien, en een voornamelijk op vrouwen gerichte vooropleiding. Als mannen toch de pabo hebben gevolgd, komen ze terecht in een werkomgeving waar ze een vreemde eend in de bijt zijn. Het is tegenwoordig zelfs niet ongewoon dat een mannelijke leerkracht louter vrouwelijke collega’s heeft op zijn school. Iedereen die de ervaring kent om als enige man deel te nemen aan een groepsgesprek weet dat dit soms ongemakkelijk aan kan doen.
In een maatschappij waarin mensen zich steeds meer bewust worden van de verhoudingen tussen man en vrouw zorgt deze onbalans voor de nodige bezorgdheid bij ouders. Immers, een leerkracht vervult een zeer belangrijke voorbeeldfunctie. Dat mannen en vrouwen (over het algemeen) andere benaderingen en invalshoeken hebben, mag als vanzelfsprekend worden gezien. Hoe gaat de gemiddelde man/vrouw om met zaken als ruzie, problemen thuis, of de wispelturigheid van kinderemoties? Ook de manier waarop de leerkracht inspeelt op interesses van de leerlingen verschilt: mannen hebben nu eenmaal vaker dan vrouwen affiniteit met bijvoorbeeld contactsporten of ict. Hoewel kinderen in veel opzichten hun schooltijd allemaal op vergelijkbare wijze beleven, zijn sommige gedragspatronen veel typischer voor jongens dan voor meisjes. Dan helpt het als de leerkracht kan reageren vanuit eigen ervaring.
Onder andere de ChristenUnie maakt zich hard voor herstel van de balans. ‘Fifty-fifty, net als de samenleving’ is in hun eigen woorden de doelstelling. Met meer aandacht en waardering voor docenten (denk aan de Dag van de Leraar iedere 5 oktober) kan ons beeld over de leerkracht in positieve zin veranderen. En als een rolmodel als de onder kinderen zeer populaire Mees Kees niet genoeg is om het beeld van de jolige leraar weer in zwang te krijgen, dan is er nog het Veel Meer Meester initiatief. Laten we hopen op snel succes. Het zou zonde zijn er een dag komt waarop een basisschoolkind uit oprechte interesse vraagt: ‘Hoe noem je eigenlijk een meneer die juffrouw is…?’