De witte boon gaat online
Men neme een witte boon en een potje aarde, voeg water toe en zie hoe de boon majestueus uit de aarde verrijst en haar eerste blaadjes opent naar het zonlicht. Ieder kind plant op school een witte boon.
Iedere leraar laat zien en legt uit waarom die witte boon in de donkere kast het zo slecht doet, en hoe het kan dat dat boontje weet wat onder en boven is zodat hij niet naar beneden groeit. Een leerzame praktijkproef, die al decennia lang enthousiast wordt uitgevoerd, maar dat gaat veranderen.
Die witte boon gaat online. Het potje krijgt sensoren voor licht, temperatuur en vocht. En op een app kunnen de kinderen exact zien wat de ideale omstandigheden zijn voor een kiemende witte boon. Niet alleen de witte boon gaat het internet op. Het Internet of Things (IoT) wordt de volgende revolutie in de digitalisering. Over vijf jaar zijn er 30 miljard (!) apparaten en dingen met elkaar verbonden via internet. Alles gaat met alles communiceren. De slimme thermostaat, een ingeplante sensor bij een hartpatiënt, onze auto’s die laat weten wanneer er iets kapot gaat, de koelkast die een bericht stuurt als de melk op is of het vleeswaar over de datum is. De boer ziet hoe zijn gewas het doet op zijn beeldscherm.
We zitten middenin een revolutie en het went snel. File? De auto ziet hem al op kilometers aankomen en tipt een andere route. Google werkt aan een contactlens die continu de glucose van een diabeticus meet. Door de miniaturisatie en de voortdurende prijsdaling van chips zijn de toepassingen onbeperkt. In de Verenigde Staten zijn al paraplu’s te koop die een bericht sturen als je ze vergeet en waterflesjes die bijhouden hoeveel je drinkt.
Het Internet of Things zal ons leven veranderen zoals in 2007 de iPhone dat deed. Ook het onderwijs krijgt op den duur – en misschien wel sneller dan we denken – volkomen nieuwe leermethoden. IoT is geen toekomstmuziek. KPN heeft afgelopen maanden het LoRa-netwerk (Long Range Low Power) landelijk uitgerold. Allerhande ‘things’ kunnen daardoor draadloos communiceren met hardware die 10 jaar lang werkt op één penlight -batterijtje. Lantaarnpalen op parkeerterreinen geven zo de lege plaatsen al door, containers vertellen dat ze vol zijn.
De nieuwe educatieve toepassingen zijn nog veelal onbekend. We mogen gaan pionieren zoals met de eerste personal computers. De witte boon waarvan de groei digitaal gevolgd kan worden is slechts een voorbeeldje. Hoe de lesmethodes van de toekomst eruit komen te zien is nog ongewis. Wat al wel duidelijk is, is dat ons onderwijs nóg leuker wordt. De drone laat het dijklandschap zíen. De witte boon vertelt wat ie nodig heeft om te groeien. Met een virtual reality bril kijkt een kind over een aantal jaren in de aarde om te zien hoe het kiemproces verloopt. De durfal van de klas mag een miniatuur-camera inslikken om de les over de spijsvertering onvergetelijk te maken. Het wordt een fijne tijd om kind te zijn. En voor iedereen die betrokken is bij educatie, van de onderwijzer tot de uitgever wordt het Internet of Things hard werken en vooral heel veel genieten. Wij kijken ernaar uit.