Mijn wiskundeleraar had een krijtje en altijd witte vingers. Niets vreemds aan. Zo hoorde dat. Toen dat krijtje vervangen werd door een marker en het schoolbord door een whiteboard, was dat een happening. Klinkt eeuwen geleden, maar dit is pas 10 jaar terug.

Als ik denk aan multimediale hulpmiddelen in mijn middelbare schoolklas (beeldbuis in stellingkast op wieltjes) en lees en zie wat er nu allemaal is, word ik stiekem wel jaloers. Digitale schoolborden, iPads, laptops, interactieve leermethodes: Ict-toepassingen maken het onderwijs niet alleen beter, maar ook leuker. Althans, als je weet hoe je ze toepast.

Volgens de LAKS-Monitor van dit jaar heeft ‘de modernisering in het onderwijs voorlopig nog wel een weg te gaan’. Op goed geluk iPads uitdelen en de boeken bij het oud papier zetten, maakt het onderwijs niet per se beter. Volgens het onderzoek is  minder dan de helft van de scholieren tevreden over het ict-gebruik op school. Een kwart is zelfs ontevreden. 27 procent is zelfs niet blij met de hoeveelheid ict-toepassingen.

Het klaslokaal lukraak vol proppen met allerlei ict-snufjes maakt dus niemand blij. Niet de docent, en niet de leerling. Ook de leerprestaties gaan er niet op vooruit. Maar dit betekent niet dat we weer terug moeten naar het krijtje en witte vingers, zoals sommige critici beweren. Het betekent daarentegen wel dat er een duidelijke visie moet zijn. De toepassingen in de klas moeten ook echt iets toevoegen, raadt LAKS aan. Maar hoe doe je dat?

Een standaardformule is hier niet voor. Wel geeft de meest recente Vier in balans-monitor van Kennisnet een paar heldere richtlijnen. Zo moeten scholen het doel van de toepassingen niet uit het oog verliezen. Wie ict effectief wil inzetten, moet weten voor wie het werkt en wanneer het werkt. De toepassingen moeten daarnaast aansluiten bij de stijl van de docent, en de manier waarop de leerlingen leren. Het lijkt vanzelfsprekend, maar dat is het dus nog lang niet altijd.

Er liggen nog volop kansen in de digitalisering van het onderwijs. Gelukkig zijn een hele hoop scholen en uitgeverijen zich daar ook van bewust. Om mijn jaloezie te voeden, heb ik voor de grap mijn oude lesmethode voor Frans eens opgezocht. Nu: een eigen leerroute, oefentoetsen, video-uitleg en een digitaal hulpmiddel om woordjes te leren. Toen: een boek en een schrift.

Stiekem bekruipt mij het gevoel dat als ik dit toen had, een praatje bij de plaatselijke boulangerie mij nu veel makkelijker af zou zijn gegaan. Deux baguettes, s’il vous plaît.

Tony Jacobs is freelance journalist en webredacteur. Hij studeerde journalistiek in Utrecht, waar hij woont en werkt. Sinds 2014 werkt hij voor Tekst 2000 / B1 aan allerlei uitdagende projecten. Vanaf 2016 blogt hij ook voor Tekst2000/B1 over digitalisering in het onderwijs, communicatie en apps. Zijn vrije tijd besteedt hij aan hardlopen, mindfulness en het leren van de Japanse taal.

Thuiswerken als een Pro

Met industrieel erfgoed valt goed te werken

Easy as that? Hoe vervoeg je Engelse werkwoorden in het Nederlands?

Over ‘plakkerige’ stelletjes: hoe schrijf je ‘ervan uitgaan’?

Hoe schrijf je functienamen die uit meerdere woorden bestaan?

Hoe schrijf je samenstellingen met ‘online’?

Zo haal je meer uit je video-vergadering

Een ode aan e-learning: de voordelen van studeren vanaf je sofa

3 tips van onze klanten voor verrassende online content [deel II]

3 tips van onze klanten voor verrassende online content [deel I]