Een vreemde taal leren, het werd je op school opgedrongen en als je later groot en iets te overmoedig bent geworden is het waarschijnlijk ooit één van je goede voornemens geweest. Het wordt in wetenschappelijke onderzoeken keer op keer in verband gebracht met allerlei positieve effecten op lichaam en geest, en het staat het reuze interessant op je CV. Daarnaast is het ook nog eens handig voor als je in Zuid-Frankrijk met autopech langs de kant van de snelweg komt te staan (tenzij je natuurlijk zo stom bent geweest om toch maar voor die cursus ‘Japans voor Beginners’ te kiezen).
Maar er gebeuren nog veel meer interessante dingen als je meer dan één taal machtig bent. Taal is, zogezegd, de oceaan waarin we zwemmen en juist daarom is het makkelijk om uit het oog te verliezen in hoeverre de taal die wij gebruiken ons wereldbeeld vormt. Al is het inmiddels alweer een cliché om uit te leggen dat Eskimo’s helemaal niet zoveel verschillende woorden voor ‘sneeuw’ hebben als eerst werd beweerd, het valt moeilijk te ontkennen dat iedere taal als het ware een eigen persoonlijkheid heeft.
Geslachtelijke lidwoorden
Hoe werkt dit? Misschien wel het leukste voorbeeld komt uit een onderzoek naar geslachtelijke lidwoorden in verschillende talen. Zoals u weet hebben veel Europese talen lidwoorden die mannelijk of vrouwelijk of neutraal zijn, zoals het bekende Der, Die, Das uit het Duits. Er is vaak helemaal geen consistentie in de manier waarop verschillende talen een geslacht toekennen aan een zelfstandig naamwoord. Het woord ‘brug’ bijvoorbeeld is vrouwelijk in het Duits en mannelijk in het Spaans.
Die Brücke
Je zou denken dat iedereen dondersgoed beseft dat bruggen gewoon bruggen zijn en daarom niet geneigd zijn om van sportauto’s of juist van winkelen te houden, maar toch beïnvloedt deze arbitraire bepaling van mannelijk/vrouwelijk de manier waarop je een brug ziet. In een onderzoek werden proefpersonen gevraagd om naar een foto van een brug te kijken en deze te omschrijven. Onze Oosterburen, geïndoctrineerd door een leven van Die Brücke, gebruikten woorden als ‘elegant’ en ‘slank’, terwijl de Spanjaarden vanuit hun el puente exact dezelfde brug voornamelijk als ‘sterk’ en ‘robuust’ zagen. Een opmerkelijke vondst die je doet afvragen wat het betekent dat het woord ‘baard’ in het Frans (la barbe) vrouwelijk is…
Denken in een andere taal
Uitermate interessant allemaal, maar zit hier nog iets in met wat meer praktisch nut? Jazeker, als je je leven wilt verbeteren, hoef je alleen maar in een andere taal te denken. Verschillende onderzoeken hebben aangetoond dat spreken en denken in een taal die je op latere leeftijd hebt aangeleerd ervoor zorgt dat je minder emotioneel en meer rationeel nadenkt over bijvoorbeeld een hersenkraker of een dilemma. Over de exacte oorzaak van dit fenomeen wordt nog gedacht (hopelijk in een andere taal), al is de meest gangbare verklaring dat het de vereiste hersenkracht die nodig is voor het omschakelen naar een vreemde taal weinig ruimte overlaat voor sentiment.
Maar de grootste winst is te halen wanneer je denkt vanuit een taal met een strong future tense reference, oftewel een taal met een sterke nadruk op de toekomende tijd. Een zin die een uitspraak doet over de toekomst kan ‘zwak’ of ‘sterk’ zijn, neem bijvoorbeeld het verschil tussen ‘Ik ga morgen naar de sportschool’ en ‘Ik zal morgen naar de sportschool gaan’. De crux is dat simpelweg het toevoegen van het woordje zal ervoor zorgt dat er ineens een uitgesproken onderscheid wordt gemaakt tussen heden en toekomst.
Op de toekomst gericht
In de meeste talen zijn beide vormen aanwezig, maar is de ene vorm gebruikelijker dan de ander. Onderzoeker Keith Chen stelde zich voor dat de mate waarin een taal mensen ‘dwingt’ om dit onderscheid tussen nu en later niet te maken ervoor zorgt dat ze meer op de toekomst gericht zijn en zodoende verstandigere beslissingen maken. Hij classificeerde bijna veertig talen op een schaal van ‘zwak’ naar ‘sterk’ future tense reference en keek vervolgens in bijna tachtig landen naar keuzes die mensen maakten over bijvoorbeeld geld sparen, roken, sporten, en veilig vrijen. De conclusie? Er is een duidelijk verband tussen de taal waarin je plannen maakt en de kans dat je deze plannen daadwerkelijk doorvoert.
Dit is slecht nieuws voor mensen die bijvoorbeeld Engels of Spaans spreken, maar des te beter voor mensen die van huis uit Fins, Mandarijn, of, om maar een taal te noemen, Nederlands hebben geleerd. Ik zou zeggen: vergeet het Internet, vergeet Amerikaanse films, boeken en muziek en zeg het vanaf nu alleen nog in je moerstaal en voor je het weet parkeer je je gloednieuwe BMW voor de deur van je tweede vakantiehuis.